naar index

MUZIEK MEESTERS                                                                                                                                                         

                                                                  

 

 

1. Joannes Bartholomeus. ged. Maastricht 3.10.1688, overleed Bunde 29.2.1784 Op het feest van Onbevlekte Ontvangenis van Maria in het jaar 1719 werd hij benoemd te Bunde als koster. In een kerkvisitatie van 23 september 1722 gehouden wordt vermeld dat hij naast koster en organist ook schoolmeester waar en zijn taak goed waarna.

                                                                                                                                    ****

2.Petrus Leonardus Bartholomeus, ged. Bunde 2.8.1731, overl. aldaar 9.7.1815. Hij nam het beroep van zijn vader over.

                                                                                                                                    ****

3.Joannes Bartholomeus, ged. Bunde 4.2.1756, overl. Lanaken 26.8.1837, koster/organist te Geulle en Lanaken.

                                                                                                                                   ****

4.Jan Nicolaas Bartholomeus, geb. Bunde 9.7.1812, overl. Roermond 13.12.1873. UIT HONDERD JAAR CAPPELLA SANCTI SERVATII, door H.W.Luijsterburg, uitgegeven Maastricht, 1974. In 1840 komen wij voor het eerst de naam Bartholomeus tegen en wel Johannes Nicolaas die tegen een jaarwedde van 110 gulden is aangesteld als organist en zangmeester. In zijn aanstellingsbrief lezen wij o.a. dat hij de verplichting had in alle gezongen kerkdiensten, zonder uitzondering, mee te zingen; tenminste acht jongechorale, uit fatsoenlijk en deftige burgerstand, aan te kweken en zoveel mogelijk vokaalmuziek onder welke benaming de Amsterdamse partijmissen ook begrepen zijn, terwijl hem voortsverboden wordt om enige andere engagementen, tegen jaarlijks salaris, aan te nemen. J.N.Bartholomeus krijgt kennelijk hulp,want in de Journal du Limburg van 3 maart 1840 wordt een oproep geplaatst voor een kosterzanger in de St.Servaaskerk. Er bevindt zich in het koorachief van O.L .Vrouwekerk (lopend tot 1850 nog muziek van J.N. Bartholomeus, Maitre de Chappelle et Organiste de L'eglise Primaire de St.Servais a Maestricht. Op 3 oktober 1865 vertrok hij naar Roermond, waar hij op 13 december 1873 overleed . Dat hij ook in Roermond niet stil gezeten heeft mag blijken uit het feit dat op 27 juli 1873 (dus enkele Maanden voor zijn dood de eerste uitvoering van de 4e Mis van J.N.Bartholomeus o.l.v Jan Willem Alphoonse Bartholomeus, in de St .Servaas te Maastricht plaats vond). Inmiddels was in 1851 Alexander Bartholomeus (welke familie van hem was) uit St.Truiden als kosterzanger aangenomen. (Jan Willem Alphonse was een zoon van J.N.Bartholomeus en Alexander een broer). orgineel in Gem: Archief te Maastricht. Bundel met 4 part .gr. 16pag. voor orgel. 1.Sicut Lilium inter spinas (Basso-solo)

2.Benedicta es tu fila (Choeu ß 4 voix)

3.Tota pulchra es: (Tenor-Solo)

4.Tu gloria Jeresalem (Choeur ß 4 voix)

Uitgave bij L.Muraille-Liëge). Voordat Jan Nicolaas aangesteld werd in1840 aan de St.Servaaskerk probeerde hij in aanmerking te komen als organist te Den Bosch. Op 10 maart 1838 overleed de organist van de St.Janskerk (nu kathedrale Basiliek), Paulis Verbeke uit Scherpenzeel. Voor een opvolger te vinden werd een wedstrijd uitgeschreven. Wel waren er veel liefhebbers, toch weinigen uitverkoren. Van al deze sollicitanten werden er maar twee bekwaam genoeg geacht om tot het vergelijkend eindexamen toegelaten te worden. Dit zou plaats hebben op 10 en 11 augustus1839. De mededinger van Jan Nicolaas Bartholomeus, organist van de St.Servaaskerk te Maastricht was Pietter Jan Van Paeschen. Op12 augustus viel de beslissing. De twee examinatoren waren (Monsignore N.A. Janssen, uit Den Bosch, erelid der Academie SaeCacciliae te Rome, studievriend van Paus Leo XIII, grootmuziekgeleerde en vruchtbaar componist en Deken Brockx uit Eindhoven) liet de laatste zich verontschuldigen en bleef dus Janssen alleen over. Van Paeschen tituleerde zich als -Professeur de piano te Hasselt -, Van Paeschen werd het. Het oordeel over Jan Nicolaas Bartholomeus was: het spel gaf ongetwijfeld veel te genieten, maar was toch nog ver van volmaakt. Van Paeschen trad in dienst op 1 oktober 1839 met een salaris van 300 gld. Wat bewoog Jan Nicolaas Bartholomeus te solliciteren in Den Bosch ? Het geld of de eer ? Het verschil tussen f 110 en f 300, gulden was inderdaad veel geld. Op 27.10.1996 werd in de OLV-Basiliek te Maastricht een concertgehouden -Limburgse Componisten- door het Vocaal Emsemble Cantorij Limburg. Uitgevoerd werden o.a. O salutaris hostia en Benedicta es tu filia van J.N. Bartholomeus. In het programmaboekje staat o.a. Jan Nicolaas Bartholomeus (1812-1873), Romanticus in hart en nieren van 1840 tot 1865 organist en koordirigent van de St .Servaas. In deze periode schreef hij een viertal motetten, die hij als -2me salutsolonnel- liet drukken bij de Luikse uitgever Leopold Muraille. Deze serie is een waardevolle aanwinst van het 19e eeuwse repertoire en bewijst dat ook een provinciale kapelmeester muziek van niveau kon schrijven.

.Uit Honderd Jaar Cappella Sancti Servatii, door H.W.Luijsterburg, uitgegeven Maastricht, 1974. Inmiddels was in 1851 Alexander uit St.Truiden als kosterzanger aangenomen waarbij gelijktijdig onthoven werd van zijn verplichting van lijken bidden. In zijn plaats werd als hulpzanger aangesteld de hoedenmakers gezel H.Lichtenberg, wegens zijn goed gedrag en kunde in de kerkelijke muzikale zang geroemd wordt. Alexander Bartholomeus bleek niet zo honkvast te zijn want op de vergadering van 11 juli 1852 werd meegedeeld dat hij meer dan drie maanden zijn post verlaten had en dat er een opvolger diende te komen. Bij de geboorte van zijn dochter gaf hij zijn voornamen op als Alexander (Jean,Guillaume) waarom is mij een raadsel. Dat hij zo vaak verhuisde zal wel gelegen hebben aan het feit dat hij ook koopman was. Waar hij zijn studie in de muziek heeft genoten is mij onbekend. In 1846 vermelde dat hij koopman was (2 jaar na aankomst te Maastricht) en woonachtig Kapoenstraat 762 thans nr. 10 te Maastricht. Na de geboorte van zijn eerste kind is hij naar St.Truiden vertrokken. In 1850 komt hij weer in het bevolkingsregister van Maastrichter staat vermeld dat het gezin op 2 april 1851 te Maastricht vestigde en woonachtig Grote Gracht nr. 704, thans nr . 49 . Op 3.8.1852 heeft hij weer Maastricht verlaten om naar St.Truiden te gaan. In 1852 wordt zijn dochter Justine te Antwerpen geboren.In 1855 wordt een andere kind geboren te St.Truiden. Via Leopolsburg wordt het gezin ambtswegen te St.Truiden terugingeschreven maar Caspar Alexander wordt er niet in vermeld. Op 2 maart 1864 verhuisde de moeder met zes kinderen naar Luik. Later bleek Caspar Alexander ook te Luik te wonen omdat zijn dochter welke afgeschreven werd te Brussel in 1865 als wettig adres opgaf bij haar ouders te Luik.

                                                                                                                                    ****

5.Bartholomeus W. V. geb. Bunde 11.2.1825 Maastricht, overl .Zwolle 14.8.1892. Studeerde aan het Conservatoire te Brussel, onderleiding van Fetis, piano, orgel en compositie. Op 1 mei 1850 werd hij benoemd tot organist aan de St. Michaelskerk te Zwolle en was ook lange tijd directeur der gemengde zangvereniging Cecilia en van het mannenkoor Cecilia en van het mannenkoor aldaar. Hij was als componist van kerkelijke muziekwerken, kleine koorwerken en liederen bekend. Gegevens Mevr. C. J .Aarsen, Weenink, Hanekamp 68 Zwolle. Zwolse Courant van 12. 9.1873.

Zwolse Courant van 12.9.1873. Hier ter stede worden krachtige pogingen in het werk gesteld om zo mogelijk, alle hier bestaande muziek en zanggezelschappen ter vereenigen. In eene gisteren avond in Odeon gehouden vergadering der - Vereeniging ter bevordering van klassiek muziek - heeft die vereeniging zich ontbonden en is onvoorwaardelijk toegetreden tot de zangvereeniging, die van wege de afdeling Zwolle der - Maatschappij van toonkunst - zal worden opgerigt. Uit andere gegevens blijkt dat er een liedertafel Cacilia was die al voor 1843 stamt.

1876 is de afd. Zwolle vd Maatschappij t.b.v Toonkunst ontbonden en tegelijker tijd opgericht. Directeur was weer W.V. Bartholomeus.

                                                                                                                                   ****

6.Jan Willem Alphonse Bartholomeus heeft muziek gestudeerd aan het Conservatoire Royal te Luik, behaalde in 1860 de 1e prijs voorzang. Uit Honderd jaar Cappella Sancti Servatii, door H.W .Luijsterburg, Maastricht 1974. Na het vertrek van Johannes Nicolaas Bartholomeus in 1865 werd zijn 30 jarige zoon Jan Willem Alphonse benoemd tot zangmeester van de St.Servaas en het was onder hem dat het St.Servaaskoor, vermoedelijk rond 1870 een eigen bestaan ging leiden als vereniging. De juiste datum is moeilijk te achterhalen. Op het kostbare vaandel staat St.Servaaskoor 1874 en op de achterzijde St.Servati O.P.N. Aan dit vaandel moet echter lang gewerkt zijn en het werd voor het eerst gebruikt na een periode van teruggang juist weer tot bloei kwam. Er zijn zelfs aanwijzingen dat er in de woelige jaren van de Belgische vrijheidsstrijd (rond 1834) door de Garnizoenscommandant van Maastricht toestemming werd verleend aan de zangers van de St.Servaas om bijeen te komen voor de repetities. Eerst in 1891 krijgen wij wat meer zekerheid als er f 75,- betaald wordt aan H. Timmermans, Thesaurier (schatbewaarder) van het St.Servaaskoor. In wezen veranderde er niet veel na 1874. Was voordien de Geestelijken Koster de oppermachtige, de alleenheerser en waren de zangers, incl. de zangmeester, de voorzanger en de organist gewoon werknemers van de Kerkfabriek, na 1874 was de pastoordeken voorzitter, terwijl de overige bestuurdersleden sterk beïnvloed werden door de directeur, die in grote lijnen de macht van de Geestelijken Koster had overgenomen. De organist en de directeur waren beroepsmusici en werden betaald, terwijl de voorzanger een jaarlijkse gratificatie ontvingen. De craelen werden nu niet meer door de parochie onderhouden maar gerekruteerd uit de Broederscholen. Laten wij er maar de St. Servatiusklok van 1882 op naslaan: Met het begin van de maand maart zal voor de St.Servaaskerk de volledige leercursus van de kerkzang voor de koorknapen aanvangen; driemaal in de week, dinsdags, donderdags en zaterdag, zal om 5 ure namiddag kosteloos onderricht gegeven worden in alles wat de koorzang betrekking heeft: solfège, uitspraak, tekst declamatie stemontwikkeling enz. Zij die de cursus wenschen te volgen, moeten zich bij de hoog eerwaarde Heer Deken van St.Servaas of bij den Heer J .W.A. Bartholomeus, Directeur, aanmelden. Goed gedrag, zuiver gehoor, helderstemgeluid en een leeftijd van acht tot elf jaren zijn de eenigevereischten. Moge vele ouders een kind hebben waardig om 's Heeren lof te zingen onder de gewelven van zijn heiligdom -. Vanaf 1876 vindt er ieder jaar in september een Zielendienst voor de afgestorven leden van het St .Servaaskoor plaats, terwijl eveneens jaarlijks een bedrag geschonken wordt voor het Ceciliafeest. Het zou te ver voeren om alle activiteiten uit de beginjaren van het -zelfstandig- koor hier te vermelden.Duidelijk is het dat het koor uitsluitend in de St.Servaas zongen dus niet aan de weg timmerde. Een activiteit willen wij toch wel even naar voren halen en dat was dan bij de reeds vermelde -zevenjaarlijksche Heiligdomvaart- die al vanaf 1300 (tot op de dag van heden) een belangrijke rol speelde bij de zangers van de St .Servaas. Zo was de ook reeds vermelde Heiligdomsvaart van1874 een groots gebeuren, dank zij de inzet van Mgr. Rutten, de pastoordeken van de St .Servaas en het laat zich begrijpen dat zijn koor een groot aandeel had in het welslagen hiervan. Dat Jan Willem Alphonse Bartholomeus, naast een goed directeur ook pedagoog was, komt tot uitdrukking in de St.Servatiusklok van 13juni 1885. Wij citeren: -Jongens, vandaag eens buitengewoon goed opgelet, we staan voor de jury!-. Zo hoorden wij voor de hoogmis op den feestdag der H.H. Bisschoppen van Maastricht als hunnengouden busten op het hooge koor van St.Servaas in statige rij gerangschikt staan, de directeur van het Servaaskoor zijne zangerige troepen aanwakkeren, om het beste beentje voor tezetten. En inderdaad, het scheen, dat die indrukwekkende vierschaar onze zangers met ongekende geestdrift vervulde, want zelden herinnerden wij ons, hen met zoveel heiligen gloed te hebben hooren zingen. Op 20 januari 1894 overleed Jan Willem Alphonse Bartholomeus in Maastricht en liet een koor na dat grote bekendheid genoot tot ver over onze grenzen. Wij zouden hem dan ook beslist tekort doen door niet te vermelden dat 100 jaar geleden (1874) een door hem gecomponeerd Te Deum in de St.Servaaskerk werd uitgevoerd, waarbij de orgelbegeleiding door Kapelmeester Korn was bewerkt voor orkest. Een kleine greep uit het repertoire van die dagen:

Mis in Mi-majeur van Verhulst

Mis van Bartholomeus J.N. Bartholomeus

Labelle Messe Solemnelle du Maestro P.Benoit

Te Deum J.Verhulst

Mis van Witt. O Sacrum convivium Croco.

Litanie van Orlando di Lasso. De Maasgouw 1970, blz. 58. Het is opmerkelijk dat juist de Maastrichtse musici uit de 19de eeuw die ruime bekendheid hebben verkregen voor het muziekleven zo goed als geen betekenis hebben gehad. Alexander Batta b.v. de wijdvermaard cellist was 9 jaar toen hij met zijn vader en verdere familie Maastricht voor goed verliet. Aangezien van zijn optreden als wonderkind tijdens een Soire van het Filharmonisch Genootschap in 1830, is hij nooit meer in deze stad teruggekeerd. ZVan het andere cellowonder Joseph Hollman heeft het Maastrichts publiek weliswaar vaker kunnen genieten doch ook thuis nauwelijks van enig betekenis geweest voor het Maastrichtse muziekleven. Hetzelfde kunnen we zeggen met betrekking tot pianist Carl Smulders en de musicus Paul de Wit. Het zijn dan ook enige andere musici geweest die het Maastrichtse muziekleven in de 19e eeuw hebben bevorderd. Omtrent hen willen we enige bijzonderheden bekend maken. Jan Willem Alphonse Bartholomeus. Geboren te Maastricht op 28 oktober als zoon van de dirgigent van het zangkoor van de Sint Servaaskerk; studeerde zang aan het conservatorium te Luik welke studie hij in 1860 afsloot met het behalen van de eerste prijs; had een prachtige basstem, nam in 1865 de leiding van het Sint Servaaskoor van zijn vader (welke toen naar Roermond vertrok alwaar hij op 13.12.1873 overleed) over, oogstte veel succes met de uitvoering op 12 mei 1874 van door hem gecomponeerd - Te Deum- waarvan de orgelbegeleiding voor die gelegenheid door kapelmeester Korn was bewerkt voor orkest, hij overleed te Maastricht 20.1.1894.

Ons Zuiden, Dagblad van Maastricht, 21 en 22 januari 1894

Heden overleed, tot onze grootste droefheid, na een smartelijk lijden, voorzien van de genademiddelen onzer Moeder der H.Kerk, onze geliefde echtgenoot en vader. De Heer Alphonse Bartholomeus, In de ouderdom van 58 jaren, Maastricht, 20.1.1894. Uit aller naam Wed. Bartholomeus en zoon. De plechtige begrafenis zal plaats hebben, dinsdag 23januari, ten elf half uren, in de parochiale kerk van den H.Servatius. Vrienden en bekende, welke de gewone aanzegging niet mochten ontvangen hebben, gelieve dit toe te schrijven aan de droevige omstandigheden waarin wij ons thans bevinden. Men vergadere ten sterfhuize Tafelstraat no. 6. Ons Zuiden.Dagblad voor Maastricht, woensdag 24.1.1894

Onder de toonen der treurmuziek werd heden het stoffelijk omhulsel van wijlen onze stadgenoot den heer ALPHONS BARTHOLOMEUS ten grave gedragen. De lijkstoet, voorafgegaan door de fanfare van Oud-Vroenhove, het zangkoor der Sint Servatius kerk en een grootaantal Eerw. Heeren Geestelijken, werd gevolgd door eene onafzienbare schare van belangstellende. Geboren in 1835 te Maastricht, zoon van wijlen den Heer N.Bartholomeus, muziekmeester hier ter stede, beoefende wijlen Alphonse reeds van kindsbeen af, de edele toonkunst. Na zijne muzikale studiën schitterend voltooid te hebben aan het Conservatoire te Luik,alwaar hij een eerste prijs voor zang behaalde, werd hij in 1865 aangesteld tot directeur van het zangkoor der Hoofdkerk van den H .Servatius. Hij bezat het edelste stemgeluid, waarover naar menschenheugenis een Maastrichtenaar beschikte; de dreunende bass-taille van Alph Bartholomeus, in de volkracht zijner goede jaren, werd ten onzent noch overtroffen, noch evenaard. Jarenlang was de kundige directeur van St .Servaas ook de gevierde Concertzanger, en ter gelegenheid van tal van liefdagheidsconcerten, stelde hij zijne musikale gaven steeds gaarne ten diensten der armen. Zoon van een verdienstelijk componist, bleken de lust en de aanleg tot de compositie hem inruime mate geschonken. Verschillende composities op kerkelijk en profaan gebied vloeiden uit zijn pen, en dragen allen een geheel eigenaardige stempel van zoetvloeiende welluidendheid, die zich niet zelden tot hoog effect en ongemeene krachtsontwikkeling vermag op te voeren, en die het nooit aan musikale degelijk ontbreekt. Als een zijner voornaamste scheppingen herinneren wij aan een waarlijk grootsch -Te Deum- in 1874 voor het jubelfeest van wijlen Z.M. Koning Willem III vervaardigd en met begeleiding van militaire muziek in de St.Servatiuskerk uitgevoerd. Menig liefelijk Maria-lied innig van gevoel en streelend van melodieuse zachtheid, heeft jarenlang de ooren der Kerkgangers van St.Servaas gestreeld en in vele schoone romancen, waaronder de verdienstelijk op de woorden van zijn stadsgenoot, den dichter van Kasselt, vloeide de rijke aders des begaafden toonzetters.Bij de plechtige lijkdienst werd door het zangkoor der Kerk de mis van J.Haagh vier stemmig a Cappello verdienstelijk gezongen. Na deze plechtigheid zette de stoet zich wederom in beweging onder de toonen der muziek, terwijl vele vrienden en bekende de lijkbaar naar het kerkhof vergezelden. In alle kringen had de overledene zich door zijne welwillenheid en open karakter de ruimste sympathiÙn verworven, daarom rouwden velen in oprechtedroefheid bij zijn graf. Nadat het lijk ter aarde was besteld aan de heer Timmermans het woord om namens het zangkoor van St.Servaas hulde en dank te brengen aan hun verdienstelijken en veelbeminden Directeur.

 

                                                                                                                                  ****

7.Jean Marie Theohile Bartholomeus Vertrok 21. 9. 1883 naar Sittard . Opgenomen als student aan het Jezuitencollege aan de oude Markt. Op 16. 9. 1884 afgeschreven naar Maastricht Vertrok aldaar naar Visé Volkstraat 7. (Gem.Vise deelde mede dat hij aldaar heeft gewoond toch verder geen gegevens beschikbaar waren). Later bleek dat hij is verhuist naar Brussel. Jean Marie Theophile volgde zijn vader op als koordirigent van het St.Servaaskoor tot 1898. Vreemd genoeg lichten de notulen van de kerkenraadsvergadering van de St.Servaas ons niet in over het ontslag van Theophile Bartholomeus en de benoeming van zijn opvolger Gustaaf Franciesde Pauw, dit moet in het najaar van 1898 zijn geweest. Kort daarvoor had de kroning van koningin Wilhelmina te Amsterdam plaatsgevonden (september 1898). Door het gehele land werden feestelijke kerkdiensten gehouden en voor de viering in de Sint Servaas componeerde Jean Marie Theophile een Te Deum dat zeer werd geroemd. De uitvoeder, die door het koor van de Sint Servaas met medewerking van leden van het MSO werd gegeven, moet zo goed zijn geweest, dat de gemeenteraad spontaan een bedrag aan de Kerkeraad van de Sint Servaas overmaakte om van zijn waardering blijkt te geven. Hij vertrok op 17.5.1899 naar Brussel, waar hij in 1932 nog steeds woonde, maarniet meer actief was als musicus. Hij schreef enkele kerkelijke composities waarvan de -Missa Sti .Servatii- (rond 1896) zeerbekend werd. Met zijn vertrek kwam een einde aan een bijna zestigjarige relatie van de familie Bartholomeus met de St.Servaas. Andere composities dan de genoemde mis zijn mij niet bekend.

Panorama van Drie Eeuwen Muziek in Limburg, door Dr.Hans van Dijk. Blz 241 noot 259. Briefkaartje van notaris Nijstte Echt aan Mathias Kemp te Maastricht, zonder datum;poststempel gedeeltelijk onleesbaar maar het jaartal 1932 welleesbaar. Nijst vertelt dat hij -Theophile Bartholomeus- in Brussel toevallig heeft ontmoet. Deze heeft hem verteld dat hij niets meer aan muziek doet.

 

 

 

 

 

Hbartholomeus@home.nl